IS HET VANDAAG OF GISTEREN?
IS HET VANDAAG OF GISTEREN?

Afgelopen week ging ik op wat ik noem een dementie safari—een bezoek aan drie kleinschalige woon-zorgcomplexen in Nederland. Niet zomaar een rondgang, maar een zoektocht naar best practices. Want waarom het wiel opnieuw uitvinden als we kunnen leren van wat werkt?
Bij Holikiday geloven we in continu verbeteren, omdat het heel hard nodig is. Voor al die Elly’s Zonderpensioen, voor de generatie die straks afhankelijk is van zorg, maar geen financiële ruimte heeft voor dure particuliere woonvormen. In 2030 krijgt één op de vijf Nederlanders te maken met dementie. Kijk om je heen: in je familie, vriendengroep, op je werk. De kans is groot dat iemand in jouw omgeving hiermee te maken krijgt.
Elke keer als ik een zorglocatie bezoek, word ik geraakt. Door het geduld, de aandacht en de betrokkenheid van de mensen die er werken. Wat een helden! En door de familieleden die op bezoek komen. Ze zien hun ouders, maar niet meer thuis.
Want wat is ‘thuis’ als je woont in een kamer van 20 of 35 vierkante meter? Als je je verdriet deelt in een gemeenschappelijke woonkamer? Het blijft second best. Want thuis, dat was die plek met de speciale geur, het vertrouwde vloerkleed waar al jaren discussie over was—maar dat er altijd bleef.
Op de terugweg in de auto belde ik mijn moeder. 94 jaar, woont nog zelfstandig, gaat zelf naar de bakker en ruilt haar brood om als het niet vers genoeg is. "Daar moet je bij mij niet mee aankomen," zegt ze dan, en ik glimlach. Wat een geluk heeft zij gehad, besef ik opnieuw.
Later dat weekend viel mijn oog op een gedicht van Vasalis:
“Is het vandaag of gisteren, vraagt mijn moeder.
Bladstil, gewichtloos drijvend op haar witte bed.
Altijd vandaag, zeg ik. Ze glimlacht vaag
en zegt: zijn we in Roden of Den Haag?
Wat later: kindje ik word veel te oud.
Ik troost haar, dierbare sneeuwwitte astronaut
zo ver al van de aarde weggedreven,
zo moedig uitgestapt en in de ruimte zwevend
zonder bestek en her en der.
Zij zoekt – het is een s.o.s.
haar herkomst en haar zijn als kind
en niemand niemand, die haar vindt
zoals zij was. Haar Franse les
herhaalt zij van haar achtste jaar:
‘bijou, chou, croup, trou, clou, pou, où,
die eerste juffrouw, weet je wel
die valse ouwe mademoiselle
hoe heet ze nou. Ik ben zo moe.
Had ik je maar als kind gekend,
die nu mijn kind en moeder bent.”
Niemand wil leven in gisteren. Maar als dat moment komt, als het moet, laten we er dan voor zorgen dat Nederland kiest voor volwaardige woningen voor volwaardige mensen.
Als ik terugdenk aan mijn bezoek aan de drie woonzorglocaties, blijft één gedachte hangen: niemand zou in gisteren moeten hoeven leven. We gunnen ouderen een plek waar herinneringen gekoesterd worden, maar waar ook ruimte is voor vandaag – en morgen.
Mijn moeder laat zich niet zomaar iets wijsmaken. Ze blijft in beweging, ze blijft scherp, en ze blijft zichzelf. En dat is precies wat ik alle ouderen gun: een plek waar ze zichzelf kunnen blijven, in een woning die niet alleen praktisch is, maar ook voelt als thuis.
Mam, blijf in beweging, blijf lekker je beklag doen bij de bakker en laat je geen knollen verkopen voor citroenen. Nu niet en morgen niet! Niemand wil leven in gisteren. En als het dan toch moet, dan hoop ik dat Nederland kiest voor volwaardige woningen voor volwaardige mensen.